Martin Beumer in de ban van Lös Hoes
AlgemeenMartin Beumer ontwikkelde tal van fiets-, wandel- en autoroutes door het Twentse land, waarbij regelmatig molens in beeld kwamen. De Almeloër organiseerde met deze krant ook een fotowedstrijd en heeft inmiddels ook de blogs ontdekt. Nu bericht hij over ‘Foto’s van vroeger, Lös Hoes’.
Almelo - In Twente en in de Achterhoek was het voor boeren gebruikelijk om letterlijk samen met de dieren te leven, vertelt Martin Beumer. “Deze ‘open boerderij’ kwam bekend te staan als ‘lös hoes’ (open huis). Het voordeel van een lös hoes was dat boeren direct zicht hadden op het vee. Toch bracht deze manier van leven ook een groot gezondheidsrisico met zich mee. Omdat boerenfamilies en dieren letterlijk naast elkaar leefden, was de hygiënische situatie erg slecht. Overal zat roet en stof van het open vuur. Bovendien tochtte het enorm in de grote ruimte en het open vuur gaf onvoldoende warmte om de hele ruimte te verwarmen. Ziektes waren dan ook eerder regel dan uitzondering.’’
Tussen 1800 en 1900 werden de laatste boerderijen van dit type gebouwd, aldus Beumer. “In de tweede helft van de twintigste eeuw verdwenen er veel typen van het lös hoes. In de nog bestaande boerderijen is inmiddels veel verbouwd, waardoor er van het originele lös hoes weinig meer over is. Meestal werden er nieuwe slaapkamers of woonruimten aangebouwd, waardoor er gescheiden geleefd werd van de werkplaats (beesten) en de woonplaats. Vaak werd er dwars door de open ruimte een scheidingsmuur geplaatst. Door middel van een paar venstertjes aan de woonruimtezijde, ging het contact met de werkruimte (beesten) niet helemaal verloren. Toch betekende dit wel het einde van één open ruimte. Bijzonder waren de omstandigheden waaronder de boeren leefden in hun zogeheten lös hoes. In dit oertype van de Twentse boerderij leefden mens en dier samen dus in één grote ruimte, zonder afscheiding tussen het woon- en bedrijfsgedeelte. Tot de 19de eeuw was dit de gangbare woonvorm. De boerderijen Groot Brummelhuis aan de Brummelhuizerbrink in de buurschap Boekelo, Groot Kattendam aan de Bartelerweg in Holthuizen en het kleinere boerderijtje de Bommelas in het Buurserzand behoren tot de laatste grote vertegenwoordigers van het lös hoes op Twentse grond. Ze staan bovendien ook nog op de oorspronkelijke locatie. In Twente vind je dit soort boerenbehuizingen origineel of als replica alleen in musea zoals in Ootmarsum; hier is naast het Lös Hoes, zeer veel te zien hoe het vroeger was. “Openlucht museum Ootmarsum”. Groot Brummelhuis en de Bommelas zijn rijksmonumenten, Groot Kattendam is gemeentelijk monument. De Bommelas heeft een recreatieve bestemming middenin de natuur (Buurserzand), de beide andere boerderijen worden bewoond en zijn niet toegankelijk voor publiek.’’
(Zie https://fotosvanvroeger.blogspot.com, www.oetintwente.nl/watermolenstwenteroutes.html, openluchtmuseumootmarsum.nl).