In Los Hoes schrijft Annie Makkink over taal, tekens en Tukkers, op alfabet. Deze week de letter p. Met een foto van Diego Peón van 10 jaar.
16. Piraten op het Pieterpad
Op de parkeerplaats bij de populieren
stampen de piraten met hun poot.
Het zijn de zeerovers uit het noorden.
Bij Pieterburen ligt hun boot.
Ze gaan een beetje niksen
in de buurt van Piksen.
Een beetje pierewaaien
met hun papegaaien.
Met hun paarse parapluutjes
houden ze een schijngevecht.
Er is geen vijand te bekennen
en toch lijkt het levensecht.
Pief - paf - poef! roepen de piraten.
Ze maken een koprol op de stoep.
Jongens pas op! roept piraat Pelle.
Overal ligt paardenpoep!
De piraten springen op.
Snel pakken ze hun jas.
Piraat Pelle zwaait zijn pluutje:
Hokus pokus pilatus pas!
OEPS!
De parapluutjes klappen open.
Het gaat ontzettend waaien.
De wind neemt de piraten mee
en ook de papegaaien.
Ze zweven boven het Pieterpad,
als kleine parachuutjes.
De piraten uit het noorden
met paarse parapluutjes.
Ze gaan er als de wind vandoor,
op zoek naar avonturen.
Eerst naar de Pietersberg,
dan terug naar Pieterburen.