Afbeelding
Foto:

Oorlogsverhaal van Miep de Vries

TWENTE - In de afgelopen weken heeft u al veel kunnen lezen over wat Miep de Vries in de oorlogsjaren meemaakte. Hieronder vindt u deel 11 van haar verhaal.

Veel leeftijdsgenootjes uit Rotterdam kwamen naar Twente en ook in en rond Oldenzaal kwamen jongens en meisjes wonen bij gastvrije gezinnen. Er was niemand bij uit Overschie. We hadden al verschillende keren brieven meegegeven aan mensen die naar het westen gingen. Het enige dat wij hoorden was, dat Rotterdam was vernield. Geen nieuws uit Overschie. Toen ons werd verteld door neef Johny dat de bevrijders in Enschede waren, hoorden we ook aanhoudend hevige gedonder. Duitsers met paarden en platte wagens gingen door de straat en steeds duidelijker werd het dat de Duitser wegtrokken naar de Heimat.

Op het plein woonde de koster van de kerk en hij bracht kaarsen, omdat het elektrisch was afgesloten. Op zondag kreeg oma te horen dat we morgen vrij zouden zijn. Kerkgangers vertelden dat aan haar. En ja op tweede paasdag was het echt zo ver. Johny zong voor koningin hoera en hij danste en kuste Riekie zijn vriendin. Wat een beleving en wat een vreugde. En dan is het zover, geschreeuw, geronk van ratelende voertuigen gaan over de markt richting Duitsland. Mensen zijn uitzinnig van vreugd, ik ook, maar steeds komt de gedachte 'Hoe zal het zijn in Overschie?'


Overschie, 01 april 1945
Eerste paasdag, de enige grap is dat het nog geen vrede is. Vader heeft vanmorgen voor inbreker gespeeld bij van Zante. Die kwamen uit de kerk en waren de sleutels vergeten. Er komen dagelijks veel jongemannen terug uit Duitsland die terug gestuurd zijn.


Overschie, 02 april 1945
Fons Hinterding is thuis gekomen met een kinderwagen vol, stom van jullie om geen berichten mee te geven. Vanmiddag hebben we hout gesprokkeld, er kwamen jagers over vliegen. Met vader in een Fliegerloch gezeten tot ze voorbij waren.


Overschie, 03 april 1945
De Duitsers die hier zitten gaan weg. De familie Carati sleept zich een ongeluk om de rommel weg te halen. Max Blokzijl is kwaad, omdat ze in Enschede blij zijn omdat ze vrij zijn, dus weten jullie waaraan jullie je aan te houden hebben. Maar hier is het nog niet zover. We hebben tulpenbollen gegeten. Alles went, dit ook wel weer. Maar lekker is anders.


Overschie, 04 april 1945
Er kan niets meer over de IJssel. Trouwens jullie boffen maar weer. Wij zitten hier met ons kilootje Veenpiepers.


Overschie, 05 april 1945
Vanmorgen naar de Peel geweest om een boomstronk uit te graven. Dit is gelukt, nu kunnen we weer een paar dagen stoken. We hebben jullie brief uit Oldenzaal ontvangen. Was 02 april in Rotterdam gepost.


Overschie, 10 april 1945
Kranten verschijnen niet meer. Totaal geen stroom. Mevrouw de Jong heeft in de Vliegende Hollander gelezen (deze krant was er wel) dat Oldenzaal is bevrijd. Groente en fruit plotseling in overvloed. Kilo kalfsvlees kost slechts 66 gulden.


Oldenzaal, 02 april tot en met 28 april 1945
We worden door oma en opa van de straat gehouden. Oldenzaal en de inwoners leven in een feeststemming. Kinderen van vijftien jaar en jonger dansen met de soldaten. Tot midden in de nacht gaat het feesten door. Meisjes dansen voor repen chocolade zo wordt verteld. Er worden Tommy-bals gehouden. Johny en Riekie feesten uitbundig mee. Johny is op het vliegveld geweest en opa moppert omdat hij alcohol heeft gedronken. Zowel Riekie als Johny lachen het weg. Er is iedere dag en avond wel wat bijzonders, maar we worden wel in het gareel gehouden door oma en opa.


Wordt vervolgd.