Afbeelding
Foto:

CDA wil duidelijkheid over opgave Natura 2000-gebieden

TWENTE - Het vraagstuk rondom stikstof gaat rechtsom of linksom om ingrijpende beslissingen vragen. Die besluiten wil het CDA kunnen nemen op basis van de juiste feiten en informatie. Informatie die wat het CDA betreft nog ontbreekt, is antwoord op de vraag welke natuurdoeltypen voor de Overijsselse Natura 2000 gebieden in Brussel zijn aangemeld en welke later als 'plus' zijn toegevoegd en waarom. Om die feiten boven tafel te krijgen heeft CDA-woordvoerder Karin van de Toorn vragen gesteld aan het college van Gedeputeerde Staten.

Van der Toorn: "Ik wil goed in beeld krijgen wat de aangewezen habitattypes zijn en welke stikstof gevoelige habitattypes later zijn toegevoegd. Het stellen van deze vragen betekent trouwens niet dat we natuurbescherming niet belangrijk vinden. Het CDA vindt zorg voor en bescherming van de natuur juist een belangrijke taak. Om dit goed te kunnen doen, moeten we beschikken over de juiste feitelijke informatie. Dan weten we ook of de doelen die we willen halen realistisch zijn." De Tweede Kamer heeft onlangs een motie aangenomen waarin de provincies een duidelijke rol te spelen hebben in het Natura 2000 dossier.

Vragen aan
de Staten

De CDA-fractie vraagt te inventariseren welke habitattypen er in Overijssel voorkomen met een dusdanig lage kritische depositiewaarden dat alleen al door depositie uit het buitenland deze norm overschreden wordt. Het CDA wil zoeken naar een betere prioriteitenstelling in het N2000 beleid. Het zou bijvoorbeeld een optie kunnen zijn dat bij een klein oppervlak habitattype, minder strikt beleid mogelijk is. Wonen, werken en natuur moeten met elkaar in balans komen. Dat betekent, wat de CDA-fractie betreft, dat je het dus over én wonen én werken én natuur moet hebben.