Afbeelding
Foto:

BOA staat voor uitdagende taak

TWENTE - De openbare ruimte is van ons allemaal. Maar niet iedereen gaat even netjes om met de vrijheden die we hebben. Bijvoorbeeld het bijplaatsen van afval bij containers, het fout parkeren van de auto of de hond laten poepen waar het niet mag. In dit soort situaties krijgen mensen al snel te maken met de BOA; de buitengewoon opsporingsambtenaar. Een belangrijke taak, maar wel een die niet gemakkelijker geworden is de afgelopen jaren.

Maandag werd de landelijke Dag van de BOA gehouden, waarbij ook gesproken werd over de uitdagingen anno 2019. De Buitengewoon Opsporings Ambtenaar is de aangewezen handhaver voor veel zaken van kleine overlast binnen de gemeenten, maar ook veel andere organisaties hebben BOA's in dienst. Nederland telt naar schatting 23.000 BOA's die bij 1.100 verschillende instanties werken. Naast de gemeentelijk handhavers vinden we ze ook in onder meer het openbaar vervoer, als sociale rechercheurs, als leerplichtambtenaar en meer. De politie en BOA's hebben beiden duidelijke eigen taakstellingen, maar in de loop der jaren is de samenwerking tussen deze diensten wel steeds inniger geworden. De BOA's en politie zijn een goede aanvulling op elkaar, met ieder zijn eigen expertise.


Meer inzetbaar
Gemeenten zijn blij met de inzet van hun BOA's, maar willen deze wel nog graag breder in kunnen zetten. Nu zijn BOA's namelijk nog inzetbaar in één van zes vastgelegde domeinen, maar de wens is dat BOA's ook buiten dit domein zouden kunnen werken. Ook uitbreiding van verkeershandhaving door BOA's wordt nog onderzocht.


Uitdagend werk
De taak van deze handhavers is tegenwoordig verre van gemakkelijk. Zo krijgt 1 op de 3 gemeentelijk handhavers maandelijks te maken met geweld, zo blijkt uit cijfers van vakbond BOA ACP. Het toenemend geweld op straat is zorgwekkend, omdat BOA's zich maar zeer beperkt kunnen beschermen. Zo beschikt 60 procent van hen alleen over handboeien en een kwart heeft zelfs helemaal geen bevoegdheden om geweld te gebruiken. De hoop is dat de inzet van bodycams net zoals bij de politie de-escalerend kan werken. Iemand die 'in beeld is' is hopelijk minder snel geneigd om een BOA kwaad te willen doen. Het uitbreiden van de geweldsmiddelen van de handhavers met bijvoorbeeld een wapenstok, pepperspray of zelfs pistool is vooralsnog zeker niet aan de orde, zo benadrukte minister van Justitie en Veiligheid Grapperhaus in december vorig jaar.