Dik en Almelo

Dik Wessels, wiens overlijden deze week het nieuws domineerde, was een man met grote betekenis voor Twente, maar ook een man voor wie de penning altijd voor het princiep ging. Het draaide om geld, winst en beurs.

De grote drive voor Wessels was dat hij de wereld zou laten zien dat hij meer in z'n mars had dan ze dachten, de schoolmeester, de buurman en zelfs zijn vader die aannemer was zoals er in Rijssen zoveel aannemers waren, hardwerkende lieden, huisje hier, schuurtje daar. Hij mocht weliswaar bij zijn vader werken, maar voelde zich, bekende hij ooit, nimmer helemaal serieus genomen. Toch was hij de opvolger, die drive dus, het heilige moeten. Zijn broer Henk ging in de mode, zijn broer Herman kwam weliswaar ook in het bouwbedrijf, maar zonder de grenzeloze waarmakingsdrift die Dik had.

Dik Wessels heeft het bewezen, vooral voor zichzelf. Hij noteerde klapper op klapper, deed overname na overname, een eerste link met Almelo is de overname van het destijds fameuze Almelose bouwbedrijf Goossen, dat problemen had, waar Wessels wel weg mee wist: inlijven, deels afstoten, deels ontmantelen en deels samenvoegen, in dit geval met Te Pas. Zo verging het veel bedrijven die Dik 'redde'.

Zoals iedereen met succes had ook Dik Wessels op cruciale momenten gewoon geluk. Ontmoetingen met mensen die hem rieden en duwden. Aan de andere kant wist Wessels mensen met talent te binden door hen veel ruimte en prettige verdiensten te bieden. Namen die zeker genoemd moeten worden zij die van ex-staatssecretaris en topfiscalist Adriaan Nooteboom (hij is wellicht de belangrijkste raadgever geweest zonder wie Wessels in de jaren zeventig waarschijnlijk gewoon failliet zou zijn gegaan) en verder secretaresse Siny Wijnen (zijn agenda en zijn geheugen), advocaat/notaris Henk Kienhuis en de ambitieuze accountants Herman Hazewinkel (een tweede belangrijke link met Almelo) en Henry Holterman. Dat de laatste ook zijn schoonzoon zou worden had Wessels niet voorzien en zorgde familiaire spanning, waarvan de scherpe randjes sleten, maar nooit verdwenen. Zo kon Wessels van Hazewinkel af toen die net iets te messiaans ging doen en daar zelf in ging geloven, maar van Holterman zou hij alleen afkomen als hij afscheid van zijn dochter nam. Die prijs vond de meervoudig miljardair te hoog. Ook zijn echtgenote liet hij niet vallen toen ze van tafel en bed scheidden, al was het maar vanwege de advocatenfacturen, zonde geld.

Dik Wessels heeft wel eens gezegd dat hij feitelijk zijn roeping heeft gemist: hij had filosoof moeten worden. Dat hij het niet werd had te maken met geldingsdrang en pecuniaverslaving. Voor mensen als Dik Wessels is ondernemen een manier van leven, ten koste van veel, zo niet alles, nou ja, behoudens zijn kinderen. En wie hem wel eens met een koppeltje kleinkinderen aan beide handen de Koerbelt ademhappend heeft zien ophobbelen, richting Excelsior'31, zag in de nietsontziende zakenman met de gebogen rug opeens kromgebogen gelukzaligheid.

Scipio