Benaderbare Macher van stad overleden

ALMELO - Na een ziekbed van enige jaren is topambtenaar Jos Haarhuis afgelopen week overleden. Haarhuis had vooral in de tijd dat hij op het gebied van Grondzaken en Ruimtelijke Ontwikkeling de belangrijkste adviseur was van het college van burgemeester en wethouders een belangrijk aandeel in de verstedelijking van Almelo.

Haarhuis was verknocht aan de stad zijner geboorte, een Almeloër met hart voor Twente. Hij kwam 61 jaar geleden op dat stukje van de aarde ter wereld dat Sluitersveld heet, en droeg de benaming Veldboer trots in de spreekwoordelijke banieren, maar was overal thuis, van Amsterdam (werk) en Den Haag (netwerk) tot Wierden (vrouw).

Haarhuis was een ambtenaar met een diep ontzag voor gezag, maar fungeerde wél als richtinggever en wegbereider door besluiten gedetailleerd voor te bereiden. Hij diende achtereenvolgende wethouders, stond met de meesten ook in de persoonlijke sfeer op goede voet en hij had in de buitenwereld (wél) veel belangrijke contacten. Een solidaire ambtenaar met Bourgondische inborst. En man een man, een woord een woord. En je kon afspraken met hem maken. Het leek vaak dat hij dingen regelde, en dat was ook zo, maar hij legde altijd de bal terug op degene die uiteindelijk qualitate qua moest scoren: de wethouder.

Niettemin had het er soms wel de schijn van dat Haarhuis het werk deed, gesprekken voerde en afspraken (deals) maakte die wethouders later accordeerden. De bestuurders kenden de Platenkampen en Spenkelinken van deze wereld minder dan hij. Hij vond het jammer dat de 'bazen' zo weinig van de (bouw) wereld wisten. Haarhuis was voor veel ondernemers, groot en klein, benaderbaar en wees altoos op mogelijkheden.

Niettemin heeft Haarhuis zich immer ambtelijk loyaal achter 'zijn' wethouders gesteld, ook als die zijn adviezen afwezen en hem soms hovaardig op zijn nummer zetten. Daar moest hij om lachen. De hoogtijdagen, toen de bomen nog tot in de hemel leken te groeien, waren die van de farao-wethouders Van Broekhoven op Economie & Financiën en Sjoers op Stadsontwikkeling en Ruimtelijk Ordening, onder het bijkans militaire regime van burgemeester Knip en gemeentesecretaris Geerdink. Daar begonnen drama's die binnenstedelijk Fortezza en buitenstedelijk Waterrijk heetten, zogenoemde 'majeure projecten' waarin Haarhuis trouwens óók heilig geloofde.