Subsidie voor restauratie Hofkeshuis
De stichting Hofkeshuis heeft subsidie ontvangen voor het maken van een plan van aanpak voor de hoognodige restauratie van de stijlkamer met daarin de fameuze wandschildering.
Gemeente Almelo en de provincie Overijssel stellen hiervoor ieder €7.425,50 beschikbaar. De kosten van het behandelplan worden 1000 euro hoger ingeschat, maar dit bedrag legt de eigenaar van het pand de heer Niers zelf op tafel. Door het verlenen van een subsidie door provincie en gemeente wordt, aldus de twee overheden, het cultuurhistorische belang onderstreept. De stichting Hofkeshuis en de heer Niers beijveren zich om zo spoedig mogelijk te komen tot restauratie van het Hofkeshuis en de wandbespanning, waarvan de kwaliteit matig tot slecht is. Het Hofkeshuis betreft het winkelpand aan de Citypromenade 62 in Almelo. Op de verdieping van dit rijksmonument bevindt zich de unieke stijlkamer met een wandschildering uit 1778. Het pand werd in 1775 gekocht door door Egbert Hofkes een succesvol linnenfabrikant. Hij liet het huis verbouwen in de Lodewijk XVI stijl. Geen ander pand in Almelo kende een dergelijke allure, op Huize Almelo na. Op de verdieping kwam een ontvangkamer, waarvan hij de wanden liet beschilderen met de triomftocht van de Romeinse consul Fabius Maximus. Tal van nationale en internationale beroemdheden logeerden in het Hofkeshuis. Het Hofkeshuis is tot 1928 bewoond geweest door nazaten van Egbert Hofkes. Het werd toen verkocht aan de schoenwinkelier Niers. De bovenverdieping waarin de stijlkamer is, wordt momenteel bewoond. Het huidige bestuursbeleid van de stichting Hofkeshuis is er primair op gericht om het interieur van de zogeheten stijlkamer in het Hofkeshuis en met name de zich daarin bevindende wandschildering, te behoeden voor verdere achteruitgang. Uit een recent uitgevoerd wetenschappelijk onderzoek is opnieuw gebleken dat de stijlkamer een grote cultuurhistorische betekenis heeft. Na een concreet behandelplan volgen de fases van fondswerving en tenslotte de feitelijke restauratie.
Eddy Kolfoort